Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. aufschütteln:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor aufschütteln (Duits) in het Engels

aufschütteln:

aufschütteln werkwoord

  1. aufschütteln
    to stir; to shake up
    • stir werkwoord (stirs, stirred, stirring)
    • shake up werkwoord (shakes up, shook up, shaking up)

Vertaal Matrix voor aufschütteln:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
shake up Aufregung; Aufruhr; Sensation
stir Durcheinander; Gezänk; Scherrerei
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
shake up aufschütteln anschüren; aufregen; beunruhigen; bewegen; erregen; schüren
stir aufschütteln anrühren; anschüren; anstiften; antupfen; aufregen; aufschüren; aufwiegeln; berühren; beunruhigen; bewegen; erregen; leicht berühren; mischen; rühren; schüren; streifen; tippen; touchieren; tupfen; umruhren

Wiktionary: aufschütteln


Cross Translation:
FromToVia
aufschütteln shake up opschudden — schuddend ordenen

Computer vertaling door derden: