Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. gehen um:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor gehen um (Duits) in het Engels

gehen um:

gehen um werkwoord

  1. gehen um (betreffen; angehen)
    to concern; to regard; to affect; relate to; to touch
    • concern werkwoord (concerns, concerned, concerning)
    • regard werkwoord (regards, regarded, regarding)
    • affect werkwoord (affects, affected, affecting)
    • relate to werkwoord
    • touch werkwoord (touches, touched, touching)

Vertaal Matrix voor gehen um:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
concern Besorgnis; Besorgtheit; Betreuung; Betrieb; Einrichtung; Firma; Fürsorge; Genossenschaft; Geschäftsbetrieb; Gesellschaft; Gesellschaftsfirma; Handelsgeschäft; Handelsgesellschaft; Handelsunternehmen; Holding; Holdinggesellschaft; Konzern; Krankenpflege; Pflege; Sorge; Unternehmen; Versorgung
regard Achtung; Anerkenntnis; Anerkennung; Ehrerbietung; Ehrfurcht; Hochachtung; Respekt; Schätzung; Wertung; Werturteil; Würdigung
touch Anflug; Anstrich; Berührung; Fühlung; Gefühl; Klaps; Kontakt; Schimmer; Sentiment; Spur; Taste Anschlag; leichter Schlag
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
affect angehen; betreffen; gehen um Belange haben; angehen; anrühren; ansprechen; antun; beeinflussen; beeinflußen; berühren; besiegen; betreffen; bewegen; einwirken; erregen; rühren; schlagen; treffen
concern angehen; betreffen; gehen um Belange haben; angehen; anrühren; antun; berühren; besiegen; betreffen; bewegen; erregen; rühren; schlagen; treffen
regard angehen; betreffen; gehen um antun; aussetzen; bedenken; berühren; beschauen; betrachten; betreffen; bewegen; ernennen; erregen; erwägen; reflektieren; rühren; spekulieren; treffen; überdenken; überlegen
relate to angehen; betreffen; gehen um
touch angehen; betreffen; gehen um Belange haben; abtasten; anfassen; angehen; anrühren; antun; antupfen; befühlen; berühren; besiegen; betasten; betreffen; bewegen; ergreifen; erregen; fühlen; leicht berühren; rühren; schlagen; sitzen an; streifen; tasten; tippen; touchieren; treffen; tupfen

Synoniemen voor "gehen um":

  • drehen um; handeln um; Thema sein; zum Gegenstand haben
  • einhergehen; in Erscheinung treten; kommen zu

Wiktionary: gehen um

gehen um
verb
  1. deal with

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van gehen um