Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor glimmend (Duits) in het Engels

glimmend:

glimmend bijvoeglijk naamwoord

  1. glimmend (blinkend; strahlend; glatt; blank)
    shiny; reflective; shining; phosphorescent
    bright
    – emitting or reflecting light readily or in large amounts 1
    • bright bijvoeglijk naamwoord
      • the sun was bright and hot1
      • a bright sunlit room1
  2. glimmend (glänzend; strahlend)
    shining; glossy; phosphorescent
  3. glimmend (schimmernd; glatt; blank; strahlend)
    beaming; shining; radiating

Vertaal Matrix voor glimmend:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beaming blank; glatt; glimmend; schimmernd; strahlend
glossy glimmend; glänzend; strahlend geglänst; glasiert
phosphorescent blank; blinkend; glatt; glimmend; glänzend; strahlend leuchtend
radiating blank; glatt; glimmend; schimmernd; strahlend
reflective blank; blinkend; glatt; glimmend; strahlend beschaulich; besinnlicht
shining blank; blinkend; glatt; glimmend; glänzend; schimmernd; strahlend leuchtend
shiny blank; blinkend; glatt; glimmend; strahlend blendend; brilliant; leuchtend
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bright blank; blinkend; glatt; glimmend; strahlend anschaulich; aufgeweckt; aufschlußreich; ausgekocht; ausgelassen; ausgeschlafen; begeistert; behende; blühend; brillant; clever; das ist klar wie Klosbrühe; derb; deutlich; dreist; durchtrieben; eindeutig; einleuchtend; einsichtsvoll; erkennbar; farbenfreudig; farbenfroh; farbig; fiffig; flink; flott; frisch; fröhlich; geblümt; gelehrt; genial; gerissen; gescheit; geschickt; gewandt; gewichst; gewiegt; geübt; glashell; glatt; gläsern; heiter; helle; hinterlistig; hochgelehrt; im Trend; intelligent; klar; klug; listig; lustig; modisch; munter; nett; offensichtlich; pfiffig; sachverständig; scharfsinnig; schick; schlagfertig; schlau; schneidig; sicher; sichtbar; sonnenklar; spirituell; spitzfindig; vernehmbar; vernehmlich; vernünftig; verschmitzt; verständlich; weise; witzig; übersichtlich