Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. inländisch:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor inländisch (Duits) in het Engels

inländisch:

inländisch bijvoeglijk naamwoord

  1. inländisch (einheimisch; einheimische)
    native
    • native bijvoeglijk naamwoord
  2. inländisch (einheimisch; autochton; eingeboren)
    autochthonal; indigenous; native; domestic

Vertaal Matrix voor inländisch:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
domestic Hausdiener
indigenous Eingeborene; Einheimische; Einwohner; Ureinwohner
native Eingeborene; Einheimische; Einwohner; Naturbelassene; Ureinwohner
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
autochthonal autochton; eingeboren; einheimisch; inländisch
domestic autochton; eingeboren; einheimisch; inländisch Inland; einheimisch; haushaltlich
indigenous autochton; eingeboren; einheimisch; inländisch autochton; eingeborene; einheimische
native autochton; eingeboren; einheimisch; einheimische; inländisch autochton; eingeboren; eingeborene; einheimisch; einheimische; inländische; nationale; systemeigen

Wiktionary: inländisch

inländisch
adjective
  1. -

Computer vertaling door derden: