Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. kürzlich geschehen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor kürzlich geschehen (Duits) in het Engels

kürzlich geschehen:

kürzlich geschehen bijvoeglijk naamwoord

  1. kürzlich geschehen (rezent; neuartig; neu)
    recently; recent

Vertaal Matrix voor kürzlich geschehen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
recent Aktuell
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
recent kürzlich geschehen; neu; neuartig; rezent
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
recently kürzlich geschehen; neu; neuartig; rezent gerade; gerade eben; jüngst; letztens; neulich; vor kurzem

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van kürzlich geschehen