Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. neutral:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor neutral (Duits) in het Engels

neutral:

neutral bijvoeglijk naamwoord

  1. neutral (unparteiisch; indifferent)
    neutral; undenominational; impartial

Vertaal Matrix voor neutral:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
neutral Freilauf
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
impartial indifferent; neutral; unparteiisch dienstlich; dürr; geschäftlich; kalt; nüchtern; objektiv; sachlich; unbestechlich; unparteiisch
neutral indifferent; neutral; unparteiisch dienstlich; dürr; geschäftlich; kalt; nüchtern; objektiv; sachlich; unbestechlich; unparteiisch
undenominational indifferent; neutral; unparteiisch

Synoniemen voor "neutral":


Wiktionary: neutral

neutral
adjective
  1. Mechanik, keine Steigerung: mit keiner Größe (Kraft, Moment, …) beaufschlagt (siehe auch beaufschlagen)
  2. Grammatik, keine Steigerung: sächlichen Geschlechts, (alternativ: neutrum)
  3. Physik, keine Steigerung: ungeladen
  4. Chemie, keine Steigerung: weder sauer noch basisch, pH-Wert sieben
  5. unparteiisch, unvoreingenommen
neutral
adjective
  1. (physics) neither positive nor negative
  2. (chemistry) neither acidic nor alkaline
  3. neither beneficial nor harmful
  4. having no obvious colour; gray
  5. not taking sides in a conflict such as war
  6. grammar: having a form which is not masculine nor feminine
  7. archaic: neither the one thing nor the other

Cross Translation:
FromToVia
neutral impartial; neutral neutraal — geen partij kiezend in een conflict

Verwante vertalingen van neutral