Home ->Woordenboeken ->Duits/Engels ->Vertaal nichtsbedeutend

Vertaal nichtsbedeutend van Duits naar Engels

Overzicht

Duits naar Engels: Meer gegevens...

nichtsbedeutend:
- insignificant; trivial; futile; meaningless; unimportant; trifling; unremarkable

Duits

Uitgebreide vertaling voor nichtsbedeutend (Duits) in het Engels

nichtsbedeutend:

nichtsbedeutend bijvoeglijk naamwoord

nichtsbedeutend (bedeutungslos; unwichtig; unwesentlich; trivial; unscheinbar; gewöhnlich; unbedeutend)
insignificant; trivial; futile; meaningless; unimportant; trifling; unremarkable
- insignificant bijvoeglijk naamwoord
- trivial bijvoeglijk naamwoord
- futile bijvoeglijk naamwoord
- meaningless bijvoeglijk naamwoord
- unimportant bijvoeglijk naamwoord
- trifling bijvoeglijk naamwoord
- unremarkable bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor nichtsbedeutend:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
trifling		Pfuscherei
trivial		Abgespanntheit; Empfindlichkeit; Erschlaffung; Erschöpfung; Hinfälligkeit; Kraftlosigkeit; Kränklichkeit; Laschheit; Schlaffheit; Schlappheit; Schwachheit; Schwäche; Sprödigkeit; Weichheit; Zerbrechlichkeit
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
futile	bedeutungslos; gewöhnlich; nichtsbedeutend; trivial; unbedeutend; unscheinbar; unwesentlich; unwichtig	erfolglos; fruchtlos; heillos; nutzlos; sehr klein; sinnlos; umsonst; unscheinbar; vergebens; vergeblich
insignificant	bedeutungslos; gewöhnlich; nichtsbedeutend; trivial; unbedeutend; unscheinbar; unwesentlich; unwichtig	gering; geringfügig; klein; minimal
meaningless	bedeutungslos; gewöhnlich; nichtsbedeutend; trivial; unbedeutend; unscheinbar; unwesentlich; unwichtig	hohl; inhaltslos; leer; nichtssagend; nutzlos; sinnlos; unverwertbar; zwecklos
trifling	bedeutungslos; gewöhnlich; nichtsbedeutend; trivial; unbedeutend; unscheinbar; unwesentlich; unwichtig	kindisch; läppisch; unbedeutend
trivial	bedeutungslos; gewöhnlich; nichtsbedeutend; trivial; unbedeutend; unscheinbar; unwesentlich; unwichtig	abgestanden; banal; bäuerisch; derb; dick; dumpf; dumpfig; dürftig; ekelhaft; falsch; faul; fett; fettartig; fettig; garstig; grob; heimtückisch; hinterhältig; hinterlistig; obszön; platt; rüde; schal; schamlos; schmierig; schmuddelig; schmutzig; schmählich; schofel; schuftig; schäbig; schändlich; trivial; ungeschlacht
unimportant	bedeutungslos; gewöhnlich; nichtsbedeutend; trivial; unbedeutend; unscheinbar; unwesentlich; unwichtig
unremarkable	bedeutungslos; gewöhnlich; nichtsbedeutend; trivial; unbedeutend; unscheinbar; unwesentlich; unwichtig