Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor niedergedrückt (Duits) in het Engels

niedergedrückt:

niedergedrückt bijvoeglijk naamwoord

  1. niedergedrückt (betreten; bedripst; belemmert)
    disappointed; disillusioned; crestfallen; glum; down in the mouth; let down

Vertaal Matrix voor niedergedrückt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
let down Fehler; Fehlgriff; Fehlschlag; Fehlschläge; Fehlschuß; Fehlschüsse; Fiasko; Mißerfolg; Mißlingen; Niederlage; Reinfall; Scheitern; Schlappe; Verlieren; Verlust
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
let down enttäuschen; ernüchtern; fallen lassen; frustrieren
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
crestfallen bedripst; belemmert; betreten; niedergedrückt bedripst; bestürzt; betreten; entgeistert; konfus; verdutzt; verwirrt
disappointed bedripst; belemmert; betreten; niedergedrückt
disillusioned bedripst; belemmert; betreten; niedergedrückt
glum bedripst; belemmert; betreten; niedergedrückt bedripst; bestürzt; betreten; entgeistert; konfus; verdutzt; verwirrt
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
down in the mouth bedripst; belemmert; betreten; niedergedrückt
let down bedripst; belemmert; betreten; niedergedrückt