Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. obligatorisch:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor obligatorisch (Duits) in het Engels

obligatorisch:

obligatorisch bijvoeglijk naamwoord

  1. obligatorisch (verpflichtet; erforderlich; vorschriftsmäßig; )
    obliged; obligatory; committed; bound
  2. obligatorisch (unfrei; gezwungen; verbindlich; verpflichtet)
    restrained; committed; tied; not free
  3. obligatorisch (vorschriftsmäßig; verpflichtet; reglementarisch; verbindlich; ordnungsgemäß)
    obligatory; prescribed
  4. obligatorisch (pflicht)
    compulsory; required; mandatory
    – required by rule 1
    • compulsory bijvoeglijk naamwoord
      • in most schools physical education is compulsory1
    • required bijvoeglijk naamwoord
      • required reading1
    • mandatory bijvoeglijk naamwoord
      • attendance is mandatory1

Vertaal Matrix voor obligatorisch:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bound Begrenzung; Grenze
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bound begrenzen; beschränken; eindämmen; einschränken
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bound erforderlich; gezwungen; obligatorisch; ordnungsgemäß; reglementarisch; verbindlich; verpflichtet; vorschriftsmäßig gebunden; gezwungen; unfrei
committed erforderlich; gezwungen; obligatorisch; ordnungsgemäß; reglementarisch; unfrei; verbindlich; verpflichtet; vorschriftsmäßig gebunden; gezwungen; hingebungsvoll; unfrei; unfreiwillig; verpflichtet; zwangsmässig
compulsory obligatorisch; pflicht gezwungen; unfreiwillig; verpflichtet; zwangsmässig
mandatory obligatorisch; pflicht
obligatory erforderlich; gezwungen; obligatorisch; ordnungsgemäß; reglementarisch; verbindlich; verpflichtet; vorschriftsmäßig gezwungen; unfreiwillig; verpflichtet; zwangsmässig
obliged erforderlich; gezwungen; obligatorisch; ordnungsgemäß; reglementarisch; verbindlich; verpflichtet; vorschriftsmäßig gezwungen; unfreiwillig; verpflichtet; zwangsmässig
prescribed obligatorisch; ordnungsgemäß; reglementarisch; verbindlich; verpflichtet; vorschriftsmäßig entschieden; geschätzt; satzungsgemäß
required obligatorisch; pflicht benötigt; erforderlich; essentiell; notwendig; nötig
restrained gezwungen; obligatorisch; unfrei; verbindlich; verpflichtet befangen; schüchtern; verlegen
tied gezwungen; obligatorisch; unfrei; verbindlich; verpflichtet gebunden; gezwungen; unfrei; unfreiwillig; verpflichtet; zwangsmässig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
not free gezwungen; obligatorisch; unfrei; verbindlich; verpflichtet

Synoniemen voor "obligatorisch":


Wiktionary: obligatorisch

obligatorisch
adjective
  1. verpflichtend, verbindlich, vorgeschrieben, zwingend erforderlich
obligatorisch
Cross Translation:
FromToVia
obligatorisch mandatory; compulsory; obligatory; binding; required obligatoire — Qui a la force d’obliger suivant la religion, suivre la loi.

Computer vertaling door derden: