Duits
Uitgebreide vertaling voor unbefleckt (Duits) in het Engels
unbefleckt:
-
unbefleckt (rein; unschuldig; einwandfrei; fleckenlos; sauber; frisch; makellos; fehlerfrei; keusch; schneeweiß; blütenweiß)
immaculate; impeccable; unspoiled; untainted; chaste; spotless-
immaculate bijvoeglijk naamwoord
-
impeccable bijvoeglijk naamwoord
-
unspoiled bijvoeglijk naamwoord
-
untainted bijvoeglijk naamwoord
-
chaste bijvoeglijk naamwoord
-
spotless bijvoeglijk naamwoord
-
-
unbefleckt (blitzblank; einwandfrei; fleckenlos; sauber; makellos; fehlerfrei; keimfrei)
spotless; clean as a whistle-
spotless bijvoeglijk naamwoord
-
clean as a whistle bijvoeglijk naamwoord
-
-
unbefleckt (unbesudelt)
-
unbefleckt (pur; jungfräulich; ganz; rein; unberührt; fehlerfrei; unbeschädigt; unverfälscht; unangetastet; unversehrt)
Vertaal Matrix voor unbefleckt:
Synoniemen voor "unbefleckt":
Computer vertaling door derden: