Overzicht
Duits naar Engels: Meer gegevens...
- unterwegs:
-
Wiktionary:
- unterwegs → on the road, underway
- unterwegs → on the way, on the go, en route, away
- unterwegs → on the way
Duits
Uitgebreide vertaling voor unterwegs (Duits) in het Engels
unterwegs:
-
unterwegs
on the way; en route; in transit-
on the way bijwoord
-
en route bijwoord
-
in transit bijvoeglijk naamwoord
-
-
unterwegs
Vertaal Matrix voor unterwegs:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
in transit | Durchreise; Durchzug | |
on the way | Anmarsch; Anzug | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
en route | unterwegs | |
on the way | unterwegs | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
in transit | unterwegs | |
out | unterwegs | ab jetzt; aus; aushäusig; beendet; bereit; daraus; einsatzbereit; erledigt; fertig; geschafft; hinaus; klar; parat; raus; vollendet; von hier; weg |
Synoniemen voor "unterwegs":
Wiktionary: unterwegs
unterwegs
Cross Translation:
adverb
unterwegs
-
auf dem Weg, auf der Strecke
- unterwegs → on the road
adjective
-
whilst travelling
-
actively traveling
-
along the way
-
on the way
-
traveling; on vacation
-
coming
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• unterwegs | → on the way | ↔ en route — En train de partir |
Computer vertaling door derden: