Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. verwildert:
  2. verwildern:


Duits

Uitgebreide vertaling voor verwildert (Duits) in het Engels

verwildert:

verwildert bijvoeglijk naamwoord

  1. verwildert (verwahrlost; ungepflegt; unversorgt; vernachlässigt; zerzaust)
    neglected
  2. verwildert (unbändig; zerzaust; unordentlich; chaotisch)
    disorederly; wild; lawless; undisciplined

Vertaal Matrix voor verwildert:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wild Wild
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lawless chaotisch; unbändig; unordentlich; verwildert; zerzaust ausschweifend; locker; zügellos
neglected ungepflegt; unversorgt; vernachlässigt; verwahrlost; verwildert; zerzaust
undisciplined chaotisch; unbändig; unordentlich; verwildert; zerzaust frei; hemmungslos; undiszipliniert; ungebunden; zügellos
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
disorederly chaotisch; unbändig; unordentlich; verwildert; zerzaust
wild chaotisch; unbändig; unordentlich; verwildert; zerzaust auf gut Glück; aufs Geratewohl; außergewöhnlich; kochend; originell; siedend; ungebändigt; ungezähmt; unvergleichbar; unvergleichlich

Synoniemen voor "verwildert":


verwildert vorm van verwildern:

verwildern werkwoord (verwildere, verwilderst, verwildert, verwilderte, verwildertet, verwildert)

  1. verwildern
    to run wild
    • run wild werkwoord (runs wild, ran wild, running wild)

Conjugations for verwildern:

Präsens
  1. verwildere
  2. verwilderst
  3. verwildert
  4. verwilderen
  5. verwildert
  6. verwilderen
Imperfekt
  1. verwilderte
  2. verwildertest
  3. verwilderte
  4. verwilderten
  5. verwildertet
  6. verwilderten
Perfekt
  1. bin verwildert
  2. bist verwildert
  3. ist verwildert
  4. sind verwildert
  5. seid verwildert
  6. sind verwildert
1. Konjunktiv [1]
  1. verwildere
  2. verwilderest
  3. verwildere
  4. verwilderen
  5. verwilderet
  6. verwilderen
2. Konjunktiv
  1. verwilderete
  2. verwilderetest
  3. verwilderete
  4. verwildereten
  5. verwilderetet
  6. verwildereten
Futur 1
  1. werde verwildern
  2. wirst verwildern
  3. wird verwildern
  4. werden verwildern
  5. werdet verwildern
  6. werden verwildern
1. Konjunktiv [2]
  1. würde verwildern
  2. würdest verwildern
  3. würde verwildern
  4. würden verwildern
  5. würdet verwildern
  6. würden verwildern
Diverses
  1. verwilder!
  2. verwildert!
  3. verwilderen Sie!
  4. verwildert
  5. verwildernd
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor verwildern:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
run wild verwildern abarten; aus der Art schlagen; ausarten; entarten; heruntermachen; verleiden; zurückgehen; zurücklaufen