Overzicht
Duits naar Engels:   Meer gegevens...
  1. zurückzucken:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor zurückzucken (Duits) in het Engels

zurückzucken:

zurückzucken werkwoord

  1. zurückzucken (zurückschrecken; zurückfahren; zurückscheuen; zurückprallen; zurückzaudern)
    to recoil; to shrink back; recoil from; to withdraw; to shrink
    • recoil werkwoord (recoils, recoiled, recoiling)
    • shrink back werkwoord (shrinks back, shrank back, shrinking back)
    • recoil from werkwoord
    • withdraw werkwoord (withdraws, withdrew, withdrawing)
    • shrink werkwoord (shrinks, shrank, shrinking)

Vertaal Matrix voor zurückzucken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
recoil Rückschlag; Rückstoß
shrink Psychiater
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
recoil zurückfahren; zurückprallen; zurückscheuen; zurückschrecken; zurückzaudern; zurückzucken abprallen; zurückprallen
recoil from zurückfahren; zurückprallen; zurückscheuen; zurückschrecken; zurückzaudern; zurückzucken
shrink zurückfahren; zurückprallen; zurückscheuen; zurückschrecken; zurückzaudern; zurückzucken abnehmen; abnehmend; einschrumpfen; geringer werden; mindern; reduzieren; schlechter werden; schrumpfen; schwinden; schwindend; verkleinern; vermindern; verringern; weniger werden; zurückgehen; zusammenschrumpfen
shrink back zurückfahren; zurückprallen; zurückscheuen; zurückschrecken; zurückzaudern; zurückzucken einschrumpfen; mindern; reduzieren; schrumpfen; schwinden; vermindern; verringern; zusammenschrumpfen
withdraw zurückfahren; zurückprallen; zurückscheuen; zurückschrecken; zurückzaudern; zurückzucken abtreten; aus dem Amt scheiden; aus dem amt treten; ausscheiden; austreten; fortgehen; sichzurückziehen; weggehen; zurücktreten

Wiktionary: zurückzucken

zurückzucken
verb
  1. vor Schreck zusammenzucken und ruckartig zurückweichen