Overzicht
Duits naar Spaans: Meer gegevens...
- spreizen:
-
Wiktionary:
- spreizen → a horcajadas, ahorcajarse
Duits
Uitgebreide vertaling voor spreizen (Duits) in het Spaans
spreizen:
-
spreizen (auseinandersetzen)
Conjugations for spreizen:
Präsens
- spreize
- spreizt
- spreizt
- spreizen
- spreizt
- spreizen
Imperfekt
- spreizte
- spreiztest
- spreizte
- spreizten
- spreiztet
- spreizten
Perfekt
- habe gespreizt
- hast gespreizt
- hat gespreizt
- haben gespreizt
- habt gespreizt
- haben gespreizt
1. Konjunktiv [1]
- spreize
- spreizest
- spreize
- spreizen
- spreizet
- spreizen
2. Konjunktiv
- spreizete
- spreizetest
- spreizete
- spreizeten
- spreizetet
- spreizeten
Futur 1
- werde spreizen
- wirst spreizen
- wird spreizen
- werden spreizen
- werdet spreizen
- werden spreizen
1. Konjunktiv [2]
- würde spreizen
- würdest spreizen
- würde spreizen
- würden spreizen
- würdet spreizen
- würden spreizen
Diverses
- spreiz!
- spreizt!
- spreizen Sie!
- gespreizt
- spreizend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor spreizen:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| apartar | Abdrehen; Abwenden; Beiseite legen; Wegdrehen; Weglegen | |
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| apartar | auseinandersetzen; spreizen | abhängen; abkoppeln; ablegen; abschicken; abschieben; abschießen; absenden; absondern; abstellen; abtrennen; abwenden; akkomodieren; andrehen; auf die Seite legen; aufknoten; auflösen; aufmachen; auftrennen; ausfädeln; aushecken; ausholen; ausmisten; aussondern; beherbergen; beiseitelegen; betten; einquartieren; einschicken; einsenden; einstallen; einstellen; fortsetzen; herumdrehen; hinlegen; isolieren; jemandem Unterkunft bieten; kehren; lockern; loshaken; loskoppeln; loslösen; losmachen; losziehen; lösen; schicken; schwenken; separieren; sich drehen; treiben; trennen; umdrehen; umkehren; unterbringen; unterstellen; verschicken; versenden; weglegen; wegschicken; wenden; zum Versand bringen; zurücklegen; zusenden |
Synoniemen voor "spreizen":
Wiktionary: spreizen
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • spreizen | → a horcajadas; ahorcajarse | ↔ straddle — to sit or stand with a leg on each side of something |