Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Abprallen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Abprallen (Duits) in het Spaans

Abprallen:

Abprallen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Abprallen (Abrutschen; Einsinken)
    el rebotar
    • rebotar [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Abprallen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rebotar Abprallen; Abrutschen; Einsinken
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
rebotar ablehnen; abprallen; abschlagen; abspringen; abstoßen; abweisen; aufprallen; ausschlagen; einbeulen; eindrücken; fehlschlagen; herabstoßen; herunterstossen; herunterstoßen; hinabstossen; hinunterstossen; hinunterstoßen; quetschen; versagen; verweigern; zurückprallen; zurückschlagen; zurückspringen; zurückweisen

Computer vertaling door derden: