Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Ausscheiden:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Ausscheiden (Duits) in het Spaans

Ausscheiden:

Ausscheiden [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Ausscheiden (Aufhören)
    la finalización; la conclusión
  2. Ausscheiden (Abtreten)
    la renuncia; la dimisión

Vertaal Matrix voor Ausscheiden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
conclusión Aufhören; Ausscheiden Abschluß; Beendigung; Beendung; Ende; Endergebnis; Ergebnis; Feststellung; Folgerung; Gesamtergebnis; Gesamtzahl; Konklusion; Resultat; Schluß; Schlußbetrachtung; Schlußfolgerung
dimisión Abtreten; Ausscheiden Absage; Abtreten; Antrag auf Entlassung; Antrag auf Kündigung; Ausscheidung; Austritt; Entlassungsersuchen; Kündigung
finalización Aufhören; Ausscheiden Abbauen; Abschluß; Beendigung; Beendung; Ende; Ergebnis; Ergänzung; Fertigstellung; Feststellung; Folgerung; Konklusion; Nachtrag; Schluß; Schlußbetrachtung; Schlußfolgerung; Vollendung
renuncia Abtreten; Ausscheiden

Synoniemen voor "Ausscheiden":


Computer vertaling door derden: