Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Ausstand:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Ausstand (Duits) in het Spaans

Ausstand:

Ausstand [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Ausstand (Aufenthalt; Aufschub)
    el retraso; la demora; la tardanza; la prórroga
    • retraso [el ~] zelfstandig naamwoord
    • demora [la ~] zelfstandig naamwoord
    • tardanza [la ~] zelfstandig naamwoord
    • prórroga [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Ausstand:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
demora Aufenthalt; Aufschub; Ausstand Aufschub; Frist; Galgenfrist; Unterbrechung; Verschiebung; Vertagung; Verzögerung
prórroga Aufenthalt; Aufschub; Ausstand Erneuerung; Prolongation; Renovierung; Verlängerung
retraso Aufenthalt; Aufschub; Ausstand Rückstand; Verzögerung
tardanza Aufenthalt; Aufschub; Ausstand Gezauder; Zauderei

Synoniemen voor "Ausstand":


Wiktionary: Ausstand

Ausstand
noun
  1. meist Singular: das Ausscheiden aus dem Dienst, einer Stellung, oder das Beenden eines Arbeitsverhältnisses
  2. Streik, Arbeitsniederlegung

Cross Translation:
FromToVia
Ausstand deuda dette — Somme due à un créancier
Ausstand huelga grève — Cessation d’activité comme moyen de pression politique.

Computer vertaling door derden: