Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Besserwisser:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Besserwisser (Duits) in het Spaans

Besserwisser:

Besserwisser [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Besserwisser (Naseweis)
    el pedante; el sabelotodo

Vertaal Matrix voor Besserwisser:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pedante Besserwisser; Naseweis
sabelotodo Besserwisser; Naseweis
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pedante altklug; anmaßend; anspruchsvoll; arrogant; aufgebläht; belehrend; besserwisserische; dickköpfig; dünkelhaft; eigenbrötlerisch; eigensinnig; eigenwillig; eingebildet; eitel; erhaben; herablassend; hochmütig; hochtrabend; hoffärtig; naheweis; pedantisch; prätentiös; schulmeisterhaft; schulmeisterlich; schwerwiegend; selbstgefällig; starr; starrköpfig; starrsinnig; stolz; störrisch; trotzig; unbeugsam; widerborstig; widerspenstig; widerwillig; überheblich
sabelotodo belehrend; besserwisserische; pedantisch; schulmeisterhaft; schulmeisterlich

Synoniemen voor "Besserwisser":


Wiktionary: Besserwisser

Besserwisser
noun
  1. (umgangssprachlich) Person, die immer alles besser wissen will und damit angibt

Cross Translation:
FromToVia
Besserwisser sabelotodo; sabiondo know-it-all — someone who obnoxiously claims to be knowledgeable on a subject

Computer vertaling door derden: