Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Bissen (Duits) in het Spaans

Bissen:

Bissen [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Bissen (Zwischenmahlzeit; Schnack; Biß)
    el bocado; la tapa; el tentempié
    • bocado [el ~] zelfstandig naamwoord
    • tapa [la ~] zelfstandig naamwoord
    • tentempié [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Bissen (Happen)
    el bocado
    • bocado [el ~] zelfstandig naamwoord
  3. der Bissen (Happen)
    el bocado; el mordisco
    • bocado [el ~] zelfstandig naamwoord
    • mordisco [el ~] zelfstandig naamwoord

Bissen [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Bissen
    el bocados; el mordiscos; la mordeduras

Vertaal Matrix voor Bissen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bocado Bissen; Biß; Happen; Schnack; Zwischenmahlzeit Mundvoll
bocados Bissen
mordeduras Bissen
mordisco Bissen; Happen Biß; Knacks; Mundvoll
mordiscos Bissen
tapa Bissen; Biß; Schnack; Zwischenmahlzeit Augenlid; Deckel; Verschlusskappe
tentempié Bissen; Biß; Schnack; Zwischenmahlzeit Imbiß; Leckerbissen; Leckerei; schnelleNummer

Synoniemen voor "Bissen":