Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Blitzen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Blitzen (Duits) in het Spaans

Blitzen:

Blitzen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Blitzen (Schimmern; Funkeln; Flimmern)
    el centelleo; el resplandor; el fulgor

Vertaal Matrix voor Blitzen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
centelleo Blitzen; Flimmern; Funkeln; Schimmern Blitz; Flackern; Flimmern; Funkeln; Glänzen; Schlag; Schlucker; Strahl
fulgor Blitzen; Flimmern; Funkeln; Schimmern Flimmern; Funkeln; Glitzern; Glänzen
resplandor Blitzen; Flimmern; Funkeln; Schimmern Finish; Flimmern; Flitter; Flittergold; Funkeln; Glanz; Glitzern; Glut; Glänzen; Goldflitter; Lebenslicht; Lichtsignal; Lichtzeichen; Pracht; Prunk; Schein; Schimmer; Schimmern; Vorschützung; Vortäuschung