Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Bummel:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Bummel (Duits) in het Spaans

Bummel:

Bummel [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Bummel (Spaziergang; kleine Wanderung; Spazieren)
    la vueltecita; el paseo
    • vueltecita [la ~] zelfstandig naamwoord
    • paseo [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Bummel:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
paseo Bummel; Spazieren; Spaziergang; kleine Wanderung Allee; Ausfahrt; Ausflug; Avenue; Erkundung; Erkundungsfahrt; Exkurs; Exkursion; Expedition; Fahrt; Fußwanderung; Gastspielreise; Lehrausflug; Marsch; Promenade; Reise; Ritt; Route; Runde; Rundfahrt; Rundgang; Rundläufe; Rundreise; Schlendergang; Schulausflug; Spazierfahrt; Spaziergang; Spazierritt; Spritzfahrt; Studienreise; Tagesausflug; Tagestour; Tour; Tournee; lästige Arbeit
vueltecita Bummel; Spazieren; Spaziergang; kleine Wanderung

Synoniemen voor "Bummel":


Wiktionary: Bummel

Bummel
noun
  1. ein gemütlicher Spaziergang

Cross Translation:
FromToVia
Bummel paseo stroll — wandering on foot