Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Fachkraft:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Fachkraft (Duits) in het Spaans

Fachkraft:

Fachkraft [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Fachkraft (Fachmann; Fachleute)
    el experto; el profesional; el especialista

Vertaal Matrix voor Fachkraft:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
especialista Fachkraft; Fachleute; Fachmann Double; Experte; Fachmann; Fachmänner; Sachkundige; Sachverständige; Spezialist; Stuntman; fachkundige Person; fachkundigePerson
experto Fachkraft; Fachleute; Fachmann Experte; Fachmann; Kenner; Sachkundige; Sachverständige; fachkundigePerson
profesional Fachkraft; Fachleute; Fachmann Berufsspieler; Profi; Profispieler
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
experto ausgekocht; ausgelernt; befähig; bewandert; erfahren; erfinderisch; fachgerecht; fachkundig; fachmännisch; fähig; gekonnt; genial; gescheit; geschickt; geschult; gewandt; geübt; handlich; kapabel; klug; kompetent; kundig; perfekt; pfiffig; qualifiziert; raffiniert; routiniert; sachkundig; sachverständig; scharfsinnig; schlau; spitzfindig; tauglich; treffend; tüchtig; vernünftig
profesional berufsmäßig; bewandert; erfahren; fachgerecht; fachkundig; fachmännisch; geschult; gewandt; geübt; kompetent; professionell; qualifiziert; routiniert; sachkundig; sachverständig

Synoniemen voor "Fachkraft":


Computer vertaling door derden: