Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Faktur:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Faktur (Duits) in het Spaans

Faktur:

Faktur [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Faktur (Rechnung)
    la factura; la cuenta; la nota
    • factura [la ~] zelfstandig naamwoord
    • cuenta [la ~] zelfstandig naamwoord
    • nota [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Faktur:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cuenta Faktur; Rechnung Abrechnung; Abzählen; Firma; Geschäftskunde; Konto; Kunde; Rechenschaft; Rechnung; Verantwortung; Windows Live-Konto; Zählen; Zählung
factura Faktur; Rechnung Rechnung
nota Faktur; Rechnung Anmerkung; Aufzeichnung; Beurteilung; Eintragung; Geschäftsnotiz; Kritzelei; Note; Notiz; Nummer; Rangnummer; Schmiererei; Zahl; Ziffer

Synoniemen voor "Faktur":