Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Feriengast:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Feriengast (Duits) in het Spaans

Feriengast:

Feriengast [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Feriengast (Erholungsuchende; Urlauber; Ferienreisende)
    el turista
    • turista [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Feriengast (Feriengäste)

Vertaal Matrix voor Feriengast:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
huésped durante las vacaciones Feriengast; Feriengäste
turista Erholungsuchende; Feriengast; Ferienreisende; Urlauber Fluggast; Flugreisende; Gast; Insasse; Passagier; Reisende; Tourist