Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Frisör:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Frisör (Duits) in het Spaans

Frisör:

Frisör [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Frisör (Coiffeur; Friseur; Coiffeurin)
    el peluquero

Vertaal Matrix voor Frisör:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
peluquero Coiffeur; Coiffeurin; Friseur; Frisör Schafscherer

Synoniemen voor "Frisör":


Wiktionary: Frisör


Cross Translation:
FromToVia
Frisör peluquera; peluquero hairdresser — professional for haircutting or hairstyling
Frisör peluquero coiffeur — Personne dont le métier est de couper et coiffer les cheveux, et éventuellement la barbe