Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Gamma:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Gamma (Duits) in het Spaans

Gamma:

Gamma [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Gamma (Spektrum; Skala)
    la gama; el espectro; la serie
    • gama [la ~] zelfstandig naamwoord
    • espectro [el ~] zelfstandig naamwoord
    • serie [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Gamma:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
espectro Gamma; Skala; Spektrum Einbildungskraft; Fiktion; Fächer; Geistererscheinung; Gespenstererscheinung; Illusion; Phantasie; Schreckbild; Traumbild; Trugbild; Wahnbild
gama Gamma; Skala; Spektrum Aneinanderreihung; Farbenskala; Farbenstufe; Farbgamma; Farbskala; Farbspektrum; Farbton; Folge; Kette; Reihe; Reihenfolge; Serie; Skala; Verkettung
serie Gamma; Skala; Spektrum Abfolge; Aneinanderreihung; Aufeinanderfolge; Erkettung; Folge; Gefolge; Kette; Leine; Linie; Reihe; Reihenfolge; Satz; Schlange; Schleppe; Schleppnetz; Schleppzug; Sequenz; Serie; Troß; Verkettung; Zeile; Zug; Zyklus

Wiktionary: Gamma

Gamma
noun
  1. Name des dritten griechischen Buchstabens (Majuskel: Γ, Minuskel: γ)

Cross Translation:
FromToVia
Gamma gamma gamma — the name of the third letter of the Greek alphabet