Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. General:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor General (Duits) in het Spaans

General:

General [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der General (Feldherr)
    el general; el comandante

Vertaal Matrix voor General:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
comandante Feldherr; General Anführer; Anführerin; Chef; Chefin; Drache; Flieger; Flugkapitän; Flugzeugkapitän; Führer; Gebieter; Geschützführer; Gewalthaber; Haupt; Hauptmann; HauptmanneinerGruppe; Hauptmänner; Herrscher; Kapitän; Kommandant; Kommandeur; Leiter; Leiterin; Major; Oberfeldwebel; Oberster chef; Pilot; Schiffskapitän; Vorstand
general Feldherr; General
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
general allgemein; alltäglich; banal; dürftig; einfach; falsch; fühllos; gebräuchlich; gehässig; gemein; gering; gängig; heimtückisch; herkömmlich; hinterhältig; hinterlistig; kleinlich; landläufig; mies; niederträchtig; schamlos; schmählich; schuftig; verrucht; winzig; üblich

Synoniemen voor "General":


Wiktionary: General

General
noun
  1. Militärwesen, Polizeiwesen: Dienstgrad, der über dem Generalleutnant steht und somit der höchste Dienstgrad der Generalität darstellt

Cross Translation:
FromToVia
General general general — rank higher than a colonel or brigadier