Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Gleis (Duits) in het Spaans

Gleis:

Gleis [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Gleis (Bahngleis; Bahn; Schienenweg)
    la férrea; la vía del tren; la vía de ferrocarriles; el ferrocarril; el vía
  2. Gleis (Bahnsteig)
    el andén
    • andén [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Gleis:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
andén Bahnsteig; Gleis
ferrocarril Bahn; Bahngleis; Gleis; Schienenweg Gefolge; Schleppe; Schleppnetz; Schleppzug; Troß; Zug
férrea Bahn; Bahngleis; Gleis; Schienenweg
vía Bahn; Bahngleis; Gleis; Schienenweg Bahn; Chaussee; Fahrbahn; Fahrspur; Fahrstrecke; Fahrstreifen; Fingerzeig; Hinweis; Indiz; Rangiergleis; Spur; Straße; Straßenabschnitt; Strecke; Tip; Verkehrsstreifen; Verweisung; Weg; Wink
vía de ferrocarriles Bahn; Bahngleis; Gleis; Schienenweg
vía del tren Bahn; Bahngleis; Gleis; Schienenweg

Synoniemen voor "Gleis":


Wiktionary: Gleis

Gleis
noun
  1. Fahrweg für Schienenfahrzeuge, der aus zwei parallel verlaufenden Schienen besteht

Cross Translation:
FromToVia
Gleis vía; raíl de ferrocarril spoor — twee met elkaar verbonden ijzeren staven waarover een trein rijdt
Gleis vía férrea; ferrocarril; riel; vía railway — track, consisting of parallel rails
Gleis andén quai — Trottoir d’embarquement dans une gare de chemin de fer

Computer vertaling door derden: