Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Handschelle:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Handschelle (Duits) in het Spaans

Handschelle:

Handschelle [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Handschelle
    la esposa
    • esposa [la ~] zelfstandig naamwoord
  2. die Handschelle
    la esposa de muñecas; la esposa

Vertaal Matrix voor Handschelle:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
esposa Handschelle Ehehälfte; Ehepartner; Frau; Gatte; Gattin; Gemahl; Gemahlin; Handschellen; Lebensgefährte; Lebensgefährtin; Mann; Partner; Weib
esposa de muñecas Handschelle

Synoniemen voor "Handschelle":


Wiktionary: Handschelle

Handschelle
noun
  1. meist Plural: stählerne, verschließbare Fessel um die Handgelenke

Cross Translation:
FromToVia
Handschelle esposas menotte — Demi-anneau en fer servant à immobiliser les mains

Computer vertaling door derden: