Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Kontrabaß:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Kontrabaß (Duits) in het Spaans

Kontrabaß:

Kontrabaß [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Kontrabaß (Baß)
    el bajo; el contrabajo
    • bajo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • contrabajo [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Kontrabaß:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bajo Baß; Kontrabaß Sandbank
contrabajo Baß; Kontrabaß Altgeige
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bajo abgefeimt; abgestanden; alltäglich; arm; armselig; ausgekocht; banal; bäuerisch; bösartig; böse; derb; dick; doppelzüngig; dumpf; dumpfig; durchtrieben; dürftig; einfach; ekelhaft; falsch; faul; fett; fettartig; fettig; fühllos; garstig; gebrechlich; gehässig; gemein; gerieben; gering; gerissen; geschliffen; gewandt; gewichst; gewöhnlich; glatt; grob; gängig; heimtückisch; hinfällig; hinterfotzig; hinterhältig; hinterlistig; karg; klein; kleinlich; knapp; kärglich; landläufig; listig; mies; minderwertig; nicht adlig; nicht oben; niederträchtig; niedrig; obszön; ordinär; platt; raffiniert; rüde; schal; schamlos; schelmisch; scheußlich; schlau; schlecht; schlimm; schlüpfrig; schmierig; schmuddelig; schmutzig; schmählich; schofel; schuftig; schurkisch; schwach; schweinisch; schwächlich; schäbig; schändlich; seicht; teuflisch; tief; tiefhängend; trivial; tückisch; unedel; ungenügend; ungeschlacht; unter; unter dem Mindestmaß; untergeordnet; unzureichend; verbrecherisch; verrucht; verräterisch; verschlagen; verstohlen; vulgär; winzig; während; zweitklassig; zweitrangig; ärmlich; äußerst klein; öffentlich