Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Lauern:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Lauern (Duits) in het Spaans

Lauern:

Lauern [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Lauern (Luchsen)
    el espiar
    • espiar [el ~] zelfstandig naamwoord
  2. Lauern (Belauern)
    el espionaje

Vertaal Matrix voor Lauern:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
espiar Lauern; Luchsen
espionaje Belauern; Lauern Spionage; Spionieren
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
espiar Spionage treiben; abgucken; auskundschaften; ausspähen; belauern; bespitzeln; erforschen; ergründen; erkunden; genau hinsehen; gucken; heimlich beobachten; heimlich schauen; lauern; nachgehen; prüfen; schnüffeln; spionieren; spähen

Computer vertaling door derden: