Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Nacktheit:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Nacktheit (Duits) in het Spaans

Nacktheit:

Nacktheit [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Nacktheit (Blöße)
    la desnudez
  2. die Nacktheit (Kahlköpfigkeit; Kahlheit)
    la calvicie

Vertaal Matrix voor Nacktheit:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
calvicie Kahlheit; Kahlköpfigkeit; Nacktheit Kahlheit; Kahlköpfigkeit
desnudez Blöße; Nacktheit Akt; Nacktfigur

Synoniemen voor "Nacktheit":


Wiktionary: Nacktheit

Nacktheit
noun
  1. Zustand, in dem man unbekleidet ist

Cross Translation:
FromToVia
Nacktheit desnudez nakedness — state of being naked
Nacktheit desnudez nudity — the state of being without clothing on the body
Nacktheit desnudez naaktheid — het naakt zijn
Nacktheit desnudez nudité — État d’une personne qui est nue.