Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Plätzchen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Plätzchen (Duits) in het Spaans

Plätzchen:

Plätzchen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Plätzchen
    el sitio
    • sitio [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Plätzchen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sitio Plätzchen Akkommodation; Belag; Belagerung; Gebiet; Gegend; Ort; Platz; Site; Standort; Stelle; Website; Wohnraumbeschaffung

Synoniemen voor "Plätzchen":


Wiktionary: Plätzchen

Plätzchen
noun
  1. kleines, flaches Gebäck

Cross Translation:
FromToVia
Plätzchen galleta; pastel; bizcocho koek — voeding|nld een baksel uit de oven met als belangrijkste ingrediënt deeg. Er zijn veel varianten, bijvoorbeeld met chocola, rozijnen of glazuur