Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Postbote:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Postbote (Duits) in het Spaans

Postbote:

Postbote [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Postbote (Kurier; Briefträger; Zusteller; )
    el cartero; el repartidor; el mensajero; la charla

Vertaal Matrix voor Postbote:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cartero Bote; Briefträger; Eilbote; Kurier; Laufbursche; Laufjunge; Postbote; Zusteller
charla Bote; Briefträger; Eilbote; Kurier; Laufbursche; Laufjunge; Postbote; Zusteller Anschwärzung; Ausdruck; Aussprache; Dialog; Einkalkulierung; Gefasel; Geklatsch; Geleier; Geplapper; Geplauder; Gequassel; Gequatsch; Gerede; Geschwafel; Geschwätz; Gespräch; Getratsch; Getratsche; Interview; Klatsch; Klatschen; Klatscherei; Konversation; Laster; Lästerrede; Lästerung; Plauderei; Prolog; Schwatz; Schwatze; Speech; Talk; Ton; Tratsch; Unsinn; Unterhaltung; Unterredung; Verleumdung; Vortrag; Wäscherei
mensajero Bote; Briefträger; Eilbote; Kurier; Laufbursche; Laufjunge; Postbote; Zusteller Anzeichen; Austräger; Bote; Eilbote; Herold; Kurier; Laufbursche; Laufjunge; Spediteur; Transporteur; Transportunternehmer; Vorbote; Vorzeichen
repartidor Bote; Briefträger; Eilbote; Kurier; Laufbursche; Laufjunge; Postbote; Zusteller Austeiler; Austeilerin; Bote; Distributeur; Distributorin; Eilbote; Kurier; Laufbursche; Laufjunge; Verbreiter; Verleiherin; Verteiler; Verteilerin; Zusteller

Synoniemen voor "Postbote":


Wiktionary: Postbote


Cross Translation:
FromToVia
Postbote cartero mailman — post office employee

Computer vertaling door derden: