Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Programmiersprache:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Programmiersprache (Duits) in het Spaans

Programmiersprache:

Programmiersprache [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Programmiersprache
    el lenguaje de programación
  2. die Programmiersprache (Sprache; Computersprache)

Vertaal Matrix voor Programmiersprache:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
lenguaje Computersprache; Programmiersprache; Sprache Akzent; Ausdruck; Dialekt; Mundart; Prolog; Rede; Speech; Sprache; Sprachgebrauch; Ton; Vortrag
lenguaje de programación Computersprache; Programmiersprache; Sprache
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
lenguaje de computación Computersprache; Programmiersprache; Sprache

Synoniemen voor "Programmiersprache":

  • Anwendersoftware; Anwendungssoftware; Applikation; Programmsystem

Wiktionary: Programmiersprache

Programmiersprache
noun
  1. eine formale Sprache zur Darstellung (Notation) von Computerprogrammen

Cross Translation:
FromToVia
Programmiersprache lenguaje de programación computer language — programming language
Programmiersprache lenguaje de programación programming language — code of reserved words and symbols
Programmiersprache lenguaje de programación langage de programmation — info|fr système d’instructions et de règles syntaxiques servant à la programmation informatique.