Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Schmierkanis:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Schmierkanis (Duits) in het Spaans

Schmierkanis:

Schmierkanis [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Schmierkanis
    el marrano; el cerdo; el guarro; el cochino
    • marrano [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cerdo [el ~] zelfstandig naamwoord
    • guarro [el ~] zelfstandig naamwoord
    • cochino [el ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Schmierkanis:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cerdo Schmierkanis Drecksau; Dreckschwein; Dreckspatz; Eber; Ekel; Ferkel; Iltis; Lausbub; Lump; Raubtier; Sau; Schalk; Scherzbold; Schmierfink; Schmutzfink; Schurke; Schwein; Schweinchen; Schweinigel; Taugenichts
cochino Schmierkanis Drecksau; Dreckschwein; Dreckspatz; Ekel; Ferkel; Iltis; Lausbub; Lump; Sau; Schalk; Scherzbold; Schmierfink; Schmutzfink; Schurke; Schwein; Schweinchen; Schweinigel; Taugenichts
guarro Schmierkanis Drecksau; Dreckschwein; Dreckspatz; Ferkel; Obzönität; Sau; Sauerei; Schlüpfrigkeit; Schmierfink; Schmutzfink; Schmutzigkeit; Schwein; Schweinchen; Schweinigel; Schweinigelei; Unfläterei
marrano Schmierkanis Drecksau; Dreckschwein; Dreckspatz; Ferkel; Sau; Schmierfink; Schmutzfink; Schweinigel
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
cochino abgestanden; abscheuerregend; abscheulich; ekelerregend; ekelhaft; eklig; faul; fett; fettig; fleckig; krätzig; lumpig; ranzig; räudig; scheußlich; schlammig; schlampig; schlüpfrig; schmierig; schmuddelig; schmutzig; schweineartig; schweinisch; stinkend; stinkig; trübe; unflätig; unsauber; verderbt; verdorben; verfault; vergammelt; verkommen; widerlich; widerwärtig
guarro alltäglich; ausgekocht; banal; bösartig; böse; doppelzüngig; durchtrieben; dürftig; einfach; falsch; fettig; fühllos; gehässig; gemein; gerieben; gering; gerissen; geschliffen; gewandt; gewichst; glatt; gängig; heimtückisch; hinterhältig; hinterlistig; kleinlich; landläufig; listig; mies; niederträchtig; raffiniert; schamlos; schlau; schlüpfrig; schmierig; schmuddelig; schmutzig; schmählich; schuftig; schurkisch; schweinisch; tückisch; verrucht; verräterisch; verschlagen; verstohlen; winzig