Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Steigen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Steigen (Duits) in het Spaans

Steigen:

Steigen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Steigen (Aufgehen; Ansteigen; Abheben)
    el alza; el aumento; el crecimiento; el incremento; el despegue
  2. Steigen
    la subida
    • subida [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Steigen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alza Abheben; Ansteigen; Aufgehen; Steigen Abheben; Aufstieg
aumento Abheben; Ansteigen; Aufgehen; Steigen Anhäufen; Ansammeln; Ansteigen; Ansteigung; Anwachsen; Aufstapeln; Aufwertung; Ausbreitung; Ausdehnung; Beibezahlung; Erhöhen; Erhöhung; Erweiterung; Expansion; Geldaufwertung; Geschwulst; Knoten; Lagerzugang; Stapeln; Tumor; Vergrößerung; Wachstum; Zugang; Zunahme; Zuwachs
crecimiento Abheben; Ansteigen; Aufgehen; Steigen Ansteigen; Ansteigung; Anwachsen; Ausdehnung; Blühperiode; Blüte; Expansion; Fortschritt; Geschwulst; Knoten; Tumor; Wachstum; Wuchs; Zunahme; Zuwachs
despegue Abheben; Ansteigen; Aufgehen; Steigen Abheben; Aufstieg
incremento Abheben; Ansteigen; Aufgehen; Steigen Ansteigen; Ansteigung; Anwachsen; Fortschritt; Wachstum; Zunahme; Zuwachs
subida Steigen Abheben; Ansteigen; Ansteigung; Anwachsen; Auffahrt; Aufstieg; Beibezahlung; Besteigung; Einfahrt; Ersteigung; Fortschritt; Rampe; Wachstum; Zufahrtsstraße; Zunahme; Zuwachs
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
aumento Sprung; Steigung

Synoniemen voor "Steigen":


Wiktionary: Steigen


Cross Translation:
FromToVia
Steigen aumento increase — act of becoming larger

Verwante vertalingen van Steigen