Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. Tiefpunkt:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Tiefpunkt (Duits) in het Spaans

Tiefpunkt:

Tiefpunkt [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Tiefpunkt (Tiefstand)
    el bajón; la marca más baja; el récord más bajo; el fondo
  2. der Tiefpunkt (Tiefstand)
    la marca más baja; el récord más bajo
  3. der Tiefpunkt
    el punto más bajo

Vertaal Matrix voor Tiefpunkt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bajón Tiefpunkt; Tiefstand Depression; Einbruch; Einsturz; Niedrigstrekord; Schlaffheit; Schlappheit; Tiefenrekord; Unbehagen; Zusammenbruch; Zusammensturz; emotionale Krisis
fondo Tiefpunkt; Tiefstand Ausgangspunkt; Basis; Begründung; Desktopmuster; Fundament; Fundierung; Grund; Grundfläche; Grundgedanke; Grundlage; Grundlinie; Hintergrund; Hintergrundseite; Hinterhof; Niedrigstrekord; Stützpunkt; Tiefenrekord; Unterbau; Unterlage; Untersatz; Unterstück
marca más baja Tiefpunkt; Tiefstand Niedrigstrekord; Tiefenrekord
punto más bajo Tiefpunkt
récord más bajo Tiefpunkt; Tiefstand Niedrigstrekord; Tiefenrekord

Synoniemen voor "Tiefpunkt":

  • Extremum; Minimum; Nadir

Wiktionary: Tiefpunkt

Tiefpunkt
noun
  1. Der niedrigste Punkt einer Bahn, einer Entwicklung
  2. Mathematik: lokales Minimum einer Funktion