Home ->Woordenboeken ->Duits/Spaans ->Vertaal aneinandergereiht

Vertaal aneinandergereiht van Duits naar Spaans

Overzicht

Duits naar Spaans: Meer gegevens...

aneinandergereiht:
- seguido; unido; consecutivo; combinado; coherente; colectivo; reunido

Duits

Uitgebreide vertaling voor aneinandergereiht (Duits) in het Spaans

aneinandergereiht:

aneinandergereiht bijvoeglijk naamwoord

aneinandergereiht
seguido; unido; consecutivo
- seguido bijvoeglijk naamwoord
- unido bijvoeglijk naamwoord
- consecutivo bijvoeglijk naamwoord
aneinandergereiht (eine Einheit formend; verbunden; angeschlossen; zusammenhängend)
unido; combinado; coherente; colectivo; reunido
- unido bijvoeglijk naamwoord
- combinado bijvoeglijk naamwoord
- coherente bijvoeglijk naamwoord
- colectivo bijvoeglijk naamwoord
- reunido bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor aneinandergereiht:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
colectivo		Begleitung; Ensemble; Gemeinde; Gesellschaft; Gruppe; Horde; Klasse; Kollektiv; Schar; Schub; Stamm; Trupp
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
coherente	aneinandergereiht; angeschlossen; eine Einheit formend; verbunden; zusammenhängend	angeschlossen; kohärent; zusammenhängend
colectivo	aneinandergereiht; angeschlossen; eine Einheit formend; verbunden; zusammenhängend	angeschlossen; einhellig; einig; einmütig; einstimmig; einträchtig; gemeinsam; gemeinschaftlich; geschlossen; gleichförmig; gleichgestimmt; solidarisch; verträglich; zusammenhängend
combinado	aneinandergereiht; angeschlossen; eine Einheit formend; verbunden; zusammenhängend	angeschlossen
consecutivo	aneinandergereiht	allmählich; aneinander; aufeinanderfolgend; konklusiv; konsekutiv; sukzessiv; zusammen
reunido	aneinandergereiht; angeschlossen; eine Einheit formend; verbunden; zusammenhängend	angeschlossen; gesammelt
seguido	aneinandergereiht	allmählich; aneinander; aufeinanderfolgend; damit weitermachen; durchgegangen; hintereinander; sukzessiv; zusammen
unido	aneinandergereiht; angeschlossen; eine Einheit formend; verbunden; zusammenhängend	aneinander; angeheftet; angeklebt; angeschlossen; einhellig; einig; einmütig; einstimmig; einträchtig; gemeinsam; gemeinschaftlich; geschlossen; gleichförmig; gleichgestimmt; solidarisch; verträglich; zusammen; zusammenhängend