Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. aufblühend:


Duits

Uitgebreide vertaling voor aufblühend (Duits) in het Spaans

aufblühend:

aufblühend bijvoeglijk naamwoord

  1. aufblühend (knospend)
    incipiente
  2. aufblühend
    incipiente; floreciente

Vertaal Matrix voor aufblühend:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
floreciente aufblühend begütert; behäbig; blühend; farbenfroh; farbig; finanzstark; fit; frisch; geblümt; gesund; glühend; gut gestellt; gut situiert; gutgestellt; gutsituiert; heil; heilsam; hygienisch; in bester Form; inbesterForm; kapitalkräftig; knallbunt; munter; sehr bemittelt; sehr reich; springlebendig; stein reich; vermögend; wohlauf; wohlhabend
incipiente aufblühend; knospend