Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. aushilfe:


Duits

Uitgebreide vertaling voor aushilfe (Duits) in het Spaans

aushilfe:

aushilfe [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die aushilfe (Erleichterung; Trost; Linderung)
    el consuelo

Vertaal Matrix voor aushilfe:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
consuelo Erleichterung; Linderung; Trost; aushilfe Erleichterung; Trost; Wohl; Wohlstand