Duits
Uitgebreide vertaling voor auslaufen lassen (Duits) in het Spaans
auslaufen lassen:
-
auslaufen lassen (abfließen lassen)
Vertaal Matrix voor auslaufen lassen:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| vaciar | Abladen; Ausladen | |
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| hacer salir | abfließen lassen; auslaufen lassen | |
| vaciar | abfließen lassen; auslaufen lassen | abhängen; abkoppeln; abräumen; abtrennen; andrehen; anfeuern; anspornen; antreiben; aufknoten; auflösen; aufmachen; aufmuntern; auftrennen; aus dem Weg räumen; ausbeulen; ausfädeln; ausheben; aushecken; ausholen; aushöhlen; auskehlen; ausmisten; ausnehmen; auspressen; ausräumen; ausschenken; austiefen; austrinken; entleeren; ermuntern; ermutigen; herausnehmen; leer trinken; leeren; leermachen; lockern; loshaken; loskoppeln; loslösen; losmachen; losziehen; lösen; motivieren; plündern; räumen; treiben; unterstützen |