Overzicht
Duits naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. effizient:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor effizient (Duits) in het Spaans

effizient:

effizient bijvoeglijk naamwoord

  1. effizient (effektiv; zweckmäßig)
    efectivo; eficiente; eficaz; apropiado

Vertaal Matrix voor effizient:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
eficaz effektiv; effizient; zweckmäßig bewährt; effektiv; eifrig; energisch; erprobt; geprüft; kraftvoll; kräftig; mit einer kräftigen Auswirkung; sparsam; tatkräftig; wirtschaftlich; zugreifend; ökonomisch
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
efectivo Bargeld
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
apropiado effektiv; effizient; zweckmäßig adäquat; angemessen; anständig; ehrlich; entsprechend; fair; geeignet; gemessen; kennzeichnend; korrekt; passend; redlich; schicklich; sinnreich; sinnvoll; zweckmäßig
efectivo effektiv; effizient; zweckmäßig allerdings; das stimmt; denn; echt; effektiv; ehrlich; essentiell; faktisch; grundlegend; grundsätzlich; indertat; kräftig; mit einer kräftigen Auswirkung; sachlich; selbstverständlich; tatsächlich; wahr; wahrhaftig; wesentlich; wirklich
eficiente effektiv; effizient; zweckmäßig beschränkt; borniert; bürgerlich; eng; engstirnig; geizig; genau; gering; gewerblich; klein; kleinbürgerlich; kleinkariert; kleinlich; kleinmütig; knapp; knickrig; sparsam; wirtschaftlich; ökonomisch

Synoniemen voor "effizient":


Wiktionary: effizient

effizient
adjective
  1. fähig, viel Leistung in Relation zum Aufwand zu erbringen

Cross Translation:
FromToVia
effizient eficiente efficient — making good use of resources
effizient eficientemente efficiently — in an efficient manner
effizient eficaz; eficiente efficiënt — nuttig effect hebbend