Duits
Uitgebreide vertaling voor kürzer machen (Duits) in het Spaans
kürzer machen:
-
kürzer machen (verkürzen; kürzen; verkleinern; einkürzen)
Vertaal Matrix voor kürzer machen:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| abreviar | Abkürzen | |
| acortar | Abkürzen | |
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| abreviar | einkürzen; kürzen; kürzer machen; verkleinern; verkürzen | abbauen; abkürzen; abschwächen; beschränken; einkürzen; einschränken; fallen; fortnehmen; herabmindern; herabsetzen; kürzen; kürzermachen; mindern; nachlassen; niedriger machen; reduzieren; schmälern; schrumpfen; schwinden; schwächen; senken; setzen; sinken; sparen; verkleinern; verknappen; verkürzen; vermindern; verringern; versiegen; wegnehmen; zurückgehen; zusammenfassen; zusammengehen |
| acortar | einkürzen; kürzen; kürzer machen; verkleinern; verkürzen | beschränken; einkürzen; einschränken; kürzen; kürzermachen; rasieren; schmälern; verkleinern; verknappen; verkürzen |
Synoniemen voor "kürzer machen":
Computer vertaling door derden: