Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor zänkisch (Duits) in het Spaans

zänkisch:

zänkisch bijvoeglijk naamwoord

  1. zänkisch (zankend; streitsüchtig; streitend; zanksüchtig)
  2. zänkisch (streitsüchtig; zanksüchtig)
    pendenciero; peleón; querelloso
  3. zänkisch (streitsüchtig; zanksüchtig)
    querelloso; alterador; rencilloso; buscando peleas

Vertaal Matrix voor zänkisch:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alterador Kampfhahn; Streithahn; streitsüchtigePerson
peleón Krachmacher; Querulant; Streithahn
pendenciero Krachmacher; Querulant; Streithahn
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
alterador streitsüchtig; zanksüchtig; zänkisch
buscando peleas streitsüchtig; zanksüchtig; zänkisch
parecido a un peleo streitend; streitsüchtig; zankend; zanksüchtig; zänkisch
peleón streitsüchtig; zanksüchtig; zänkisch lüstern
pendenciero streitsüchtig; zanksüchtig; zänkisch
querelloso streitsüchtig; zanksüchtig; zänkisch
rencilloso streitsüchtig; zanksüchtig; zänkisch aufgebracht; gebrochen; glücklos; grimmig; kribbelig; mißmutig; mißvergnügt; sauer; säuerlich; unwillig; unzufrieden; verdrießlich; verstimmt; verärgert; ärgerlich

Synoniemen voor "zänkisch":


Wiktionary: zänkisch


Cross Translation:
FromToVia
zänkisch mañoso; intratable; mal genio cantankerous — ill-tempered, cranky, surly, crabby
zänkisch quisquilloso fractious — irritable, argumentative, quarrelsome
zänkisch quisquilloso fractious — given to troublemaking

Computer vertaling door derden: