Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Industrie:
  2. Wiktionary:
Frans naar Duits:   Meer gegevens...
  1. industrie:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Industrie (Duits) in het Frans

Industrie:

Industrie [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Industrie (Industriezweig)
    la diligence; l'application
  2. die Industrie (Fabrik; Werk; Betrieb; Kraftwerk; Gewerbe)
    la fabrique; l'usine; la manufacture
  3. die Industrie (Aktivität; Beschäftigung; Tätigkeit; )
    l'activité; l'affairement

Vertaal Matrix voor Industrie:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
activité Aktivität; Arbeit; Beschäftigung; Eifer; Emsigkeit; Fleiß; Geschäftigkeit; Gewerbe; Industrie; Liebhaberei; Tätigkeit Aktivität; Arbeit; Arbeitsfähigkeit; Arbeitsleistung; Arbeitsvermögen; Ausübung; Beruf; Beschäftigung; Betriebsamkeit; Dynamik; Emsigkeit; Energie; Fach; Funktionalität; Gedränge; Geschäftsaktivität; Getreibe; Getue; Gewimmel; Gewirr; Gewühl; Großtat; Leistung; Leistungsfähigkeit; Rummel; Spannkraft; Tatkraft; Treiben; Tätigkeit; Verrichtung; Vollziehung; Windows Workflow Foundation-Aktivität; Workflowaktivität
affairement Aktivität; Arbeit; Beschäftigung; Eifer; Emsigkeit; Fleiß; Geschäftigkeit; Gewerbe; Industrie; Liebhaberei; Tätigkeit Aktivität; Betriebsamkeit; Emsigkeit; Gedränge; Getreibe; Getue; Gewimmel; Gewirr; Gewühl; Rummel; Treiben; Tätigkeit
application Industrie; Industriezweig Ambition; Andrang; Anlegen; Anschlagen; Anwendung; App; Applikation; Arbeitseifer; Arbeitsvermögen; Auflage; Bau; Bemühen; Benutzung; Bestreben; Bestrebung; Borte; Commerce Server-Anwendung; Commerce-Anwendung; Drang; Ehrgeiz; Eifer; Einsatz; Emsigkeit; Ergebenheit; Fleiß; Gebrauch; Geschäftigkeit; Geschäftsanwendung; Handhabung; Hantieren; Hingabe; Hingebung; Kante; Krempe; Leiste; Nutzung; Programm; Rand; Saum; Streben; Streifen; Tresse; Treue; Verbrämung; Verwendung; Verwertung; Widmung; Ziel; Zielsetzung; Zweck; Übergabe
diligence Industrie; Industriezweig Arbeitseifer; Eifer; Emsigkeit; Fleiß; Geschäftigkeit; Postkutsche
fabrique Betrieb; Fabrik; Gewerbe; Industrie; Kraftwerk; Werk Factory; Zuordnungsinstanz
manufacture Betrieb; Fabrik; Gewerbe; Industrie; Kraftwerk; Werk
usine Betrieb; Fabrik; Gewerbe; Industrie; Kraftwerk; Werk

Synoniemen voor "Industrie":


Wiktionary: Industrie

Industrie
noun
  1. Wirtschaft: Gesamtheit aller Betriebe und Firmen im Bereich der maschinellen und automatisierten Warenproduktion
Industrie
Cross Translation:
FromToVia
Industrie industrie industry — businesses that produce goods
Industrie industrie industrie — Nijverheid

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van Industrie



Frans

Uitgebreide vertaling voor Industrie (Frans) in het Duits

industrie:

industrie [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. l'industrie (zèle; diligence; assiduité; )
    der Fleiß; die Geschäftigkeit; die Arbeitseifer; der Eifer; die Emsigkeit
  2. l'industrie (ardeur au travail; application; activité)
    Arbeitsvermögen

Vertaal Matrix voor industrie:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Arbeitseifer application; ardeur; assiduité; diligence; ferveur; industrie; zèle; élan
Arbeitsvermögen activité; application; ardeur au travail; industrie
Eifer application; ardeur; assiduité; diligence; ferveur; industrie; zèle; élan activité; affairement; allant; ambition; application; ardeur; aspiration; dynamisme; dévouement; efforts; feu; force; fougue; intensité; joie; passion; plaisir; poussée; pulsion sexuelle; recherche; verve; violence; véhémence; zèle
Emsigkeit application; ardeur; assiduité; diligence; ferveur; industrie; zèle; élan activité; affairement; affluence; bousculade; caractère infatigable; chahut; charivari; chichis; cohue; effervescence; empressement; esbroufe; foule; hâte; masse; multitude de personnes; presse; précipitation; tumulte; vacarme; émoi
Fleiß application; ardeur; assiduité; diligence; ferveur; industrie; zèle; élan activité; affairement
Geschäftigkeit application; ardeur; assiduité; diligence; ferveur; industrie; zèle; élan activité; affairement; agitation; animation; bousculade; capacité de travail; chahut; charivari; chichis; cohue; effervescence; esbroufe; excitation; presse; productivité; tumulte; vacarme; vitalité; zèle; émoi; énergie

Synoniemen voor "industrie":


Wiktionary: industrie

industrie
noun
  1. dextérité, adresse à faire quelque chose.
industrie
noun
  1. Wirtschaft: Gesamtheit aller Betriebe und Firmen im Bereich der maschinellen und automatisierten Warenproduktion

Cross Translation:
FromToVia
industrie Industrie industry — businesses that produce goods
industrie Industrie industrie — Nijverheid

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van Industrie