Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Gläubige:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Gläubige (Duits) in het Frans

Gläubige:

Gläubige [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Gläubige (Fromme; Frömmler)
    le religieux; le dévot; la dévote
    • religieux [le ~] zelfstandig naamwoord
    • dévot [le ~] zelfstandig naamwoord
    • dévote [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Gläubige:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dévot Fromme; Frömmler; Gläubige
dévote Fromme; Frömmler; Gläubige Betschwester
religieux Fromme; Frömmler; Gläubige Brüder; Frater; Geistliche; Klosterbruder; Klosterbrüder; Klosterleute; Mönch; Mönche; Ordensbruder; Ordensleute; Pfleger
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dévot andächtig; devot; einfältig; fromm; geistlich; gläubig; gottesfürchtig; gottgläubig; gottselig; gutgläubig; kirchlich; naiv; religiös
religieux andächtig; arkadisch; bukolisch; devot; einfältig; fromm; geistlich; gläubig; gottesfürchtig; gottgläubig; gottselig; gutgläubig; kirchlich; naiv; religiös

Wiktionary: Gläubige

Gläubige
noun
  1. (Religion) Celui ou celle qui est croyant.

Cross Translation:
FromToVia
Gläubige croyante; croyant gelovige — iemand die een bepaald geloof aanhangt