Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Gläubige:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Gläubige (Duits) in het Nederlands

Gläubige:

Gläubige [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Gläubige (Fromme; Frömmler)
    godsdienstige; de vrome; godvruchtige

Vertaal Matrix voor Gläubige:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
godsdienstige Fromme; Frömmler; Gläubige
godvruchtige Fromme; Frömmler; Gläubige
vrome Fromme; Frömmler; Gläubige

Wiktionary: Gläubige

Gläubige
noun
  1. iemand die een bepaald geloof aanhangt