Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Abgucken:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Abgucken (Duits) in het Frans

Abgucken:

Abgucken [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Abgucken (Abschreiben)
    le fait de tricher; le copiage
  2. Abgucken
    la tricherie; la copié
    • tricherie [la ~] zelfstandig naamwoord
    • copié [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Abgucken:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
copiage Abgucken; Abschreiben
copié Abgucken
fait de tricher Abgucken; Abschreiben
tricherie Abgucken Bauernfängerei; Betrug; Betrugerei; Betrügerei; Falschheit; Fälschung; Gaukelei; Hintergehung; Irreführung; Lüge; Lügenhaftigkeit; Nepp; Pfuscherei; Pfuschwerk; Schiebung; Schummelei; Schwindel; Schwindelei; Täuschung; Tücke; Unechtheit; Unnatürlichkeit; Unterschlagung; Unwahrkeit; Verlogenheit; Veruntreuung
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
copié abgeschrieben; abgesehen