Overzicht
Duits naar Frans:   Meer gegevens...
  1. Ammenmärchen:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Ammenmärchen (Duits) in het Frans

Ammenmärchen:

Ammenmärchen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Ammenmärchen (Altweibergeschwätz; Altweibermärchen)
    la balivernes; le bavardages; le commérages

Vertaal Matrix voor Ammenmärchen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
balivernes Altweibergeschwätz; Altweibermärchen; Ammenmärchen Blech; Blödsinn; Firlefanz; Gefasel; Geklatsch; Geleier; Geplapper; Geplauder; Gequassel; Gequatsch; Gerede; Geschwafel; Geschwätz; Kauderwelsch; Klatsch; Koller; Käse; Larifari; Pfuscherei; Quatsch; Schwatze; Torheit; Tratsch; Unsinn; Unsinnigkeit; Wäscherei; dummes Zeug
bavardages Altweibergeschwätz; Altweibermärchen; Ammenmärchen Anschwärzung; Einkalkulierung; Gefasel; Geklatsch; Geleier; Geplapper; Geplauder; Gequassel; Gequatsch; Gerede; Geschwafel; Geschwätz; Klatscherei; Lästerrede; Lästerung; Plauderei; Schwatze; Tratsch; Unsinn; Verleumdung; Wäscherei
commérages Altweibergeschwätz; Altweibermärchen; Ammenmärchen Anschwärzung; Einkalkulierung; Gefasel; Geklatsch; Geleier; Geplapper; Geplauder; Gequassel; Gequatsch; Gerede; Geschwafel; Geschwätz; Getratsch; Getratsche; Klatsch; Klatscherei; Laster; Lästerrede; Lästerung; Plauderei; Schwatze; Tratsch; Unsinn; Verleumdung; Wäscherei

Synoniemen voor "Ammenmärchen":


Wiktionary: Ammenmärchen

Ammenmärchen
noun
  1. erfundene Geschichte, haltloses Gerücht, verbreiteter Irrtum
Ammenmärchen
noun
  1. Discours mensonger, baratin, boniment.

Computer vertaling door derden: